Selecteer een pagina

Het bloed van het CBR kruipt waar het niet gaan kan

“Ik voel me als een crimineel behandeld door het CBR”, zegt Alfred boos. “Ik snap ook wel dat je niet dronken achter het stuur moet kruipen, ik heb gewoon een fout gemaakt en daar ben ik voor gestraft, máár ik ben geen alcoholist.”

Het is bij wet verboden om de weg op te gaan wanneer je last hebt van een psychiatrische alcoholstoornis. Van alle mensen die jaarlijks betrapt worden voor dronken rijden, moeten dan ook ongeveer 3000 mensen zich laten keuren op zo’n stoornis. Dit gebeurt op last van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen(CBR). Een belangrijk onderdeel van deze keuring is de bloedtest, want in het bloed is goed te zien of iemand overmatig drinkt of niet. Het CBR springt alleen niet altijd even goed om met deze bloedtest, hierdoor worden mensen onterecht afgekeurd en verliezen ze onterecht het rijbewijs. In essentie is deze keuring niet bedoeld om mensen extra te straffen, maar om medeweggebruikers te beschermen tegen alcoholisten op de weg. Om ervoor te zorgen dat deze keuringen en dus ook de bloedtesten, goed verlopen, heeft een speciale commissie in 2011 , bestaande uit tal van experts (waar ook het CBR bijzat), de Richtlijn diagnostiek van stoornissen in het gebruik van alcohol in het kader van CBR-keuringen in het leven geroepen. CBR slaat richtlijn in de wind Uit verschillende rapporten in handen van Reporter Radio, blijkt dat het CBR, dat uiteindelijk het oordeel velt over de rijgeschiktheid van iemand, maar ook de keurend psychiaters, zich niet altijd aan de richtlijn houden. Het CBR laat in een reactie weten dat de keurend psychiaters en de artsen van het CBR niet wettelijk gebonden zijn aan de richtlijn. “Deze richtlijn is opgesteld voor de Psychiater. Hij mag afwijken wanneer hij dit goed onderbouwd. Ook de artsen van het CBR zijn niet gebonden aan deze richtlijn. Zij moeten controleren of de rapporten voldoen aan de eisen van de tuchtrechter en de bestuursrechter.” Dit betekent dat er mensen zijn die worden afgekeurd terwijl er volgens de richtlijn eigenlijk niets met ze aan de hand is. Ook betekent dit dat het kan gebeuren dat mensen in eerste instantie goedgekeurd worden en met tussenkomst van het CBR afgekeurd worden. Eigenlijk niets aan de hand Rob werd, net als Alfred, ook afgekeurd door het CBR, dit terwijl de psychiater in eerste instantie had gezegd dat er niets met hem aan de hand was. Alleen zijn bloedwaarden waren een heel klein beetje verhoogd, een gegeven dat volgens de richtlijn onvoldoende is om iemand tot alcoholist te bestempelen. Na tussenkomst van het CBR werd Rob toch afgekeurd. Nadat hij een contra-expertise heeft aangevraagd, blijkt er ineens niets aan de hand te zijn met zijn bloed. Volgens klinisch chemicus Ferry Bergkamp kan dit omdat er meetonzekerheden bestaan. “Als je een bloedmonster tien keer laat testen, zal je niet tien keer het zelfde resultaat vinden, maar zullen er kleine verschillen optreden”, aldus Bergkamp. Juist dit gegeven betekent volgens de richtlijn dat je extra voorzichtig moet omspringen met de resultaten van een bloedtest. Iets wat in het geval van Rob niet is gebeurd. Het CBR laat weten dat psychiaters ook fouten kunnen maken. “Wanneer de conclusie in een rapport logischerwijs niet past bij de geconstateerde feiten, dan moet het CBR de psychiater daarop wijzen. Het is vervolgens aan de psychiater om zijn conclusie aan te passen of beter te onderbouwen.” Ook erkend het CBR dat het altijd mogelijk is dat bloedtesten anders uitwijzen, “daarom bestaat er ook de contra-expertise.” Meer lezen over dit onderwerp? Lees dan hier een verhaal over hoe het CBR tien jaar geleden een laboratorium onder druk zette, om alleen nog maar gebruik te maken van een niet goed werkende bloedtest. Te gast was advocaat Bert Kabel van SMART Advocaten. Hij voert een groot gedeelte van de zaken tegen het CBR. De reportages waren gemaakt door Thijs van Dorssen en de presentatie was in handen van Margriet Vroomans. Fragment beluisteren kan hier: