Straf Artikel 6 Wegenverkeerswet
advocaatverkeersrecht.nlBinnen het verkeersrecht is er geen onderwerp waarover zo veel discussie is als de straf die in de regel wordt opgelegd voor artikel 6 Wegenverkeerswet.
Enige tijd geleden nog heeft het Fonds Slachtofferhulp betoogd dat veroorzakers van ernstige verkeersongevallen een te lichte straf krijgen wanneer artikel 6 Wegenverkeerswet bewezen is.
Advocaat verkeersrecht Bert Kabel is hierover op 23 januari 2017 bij het NPO 1 radioprogramma ‘Dit is de dag’ in debat geweest met een medewerker van het Fonds Slachtofferhulp. Dit fragment staat bij de radiofragmenten op deze website.
Mede vanwege de maatschappelijke discussie heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie de Rijksuniversiteit Groningen opdracht gegeven onderzoek te doen naar de straffen bij ernstige verkeersdelicten.
Daarbij wordt ook onderzocht welke straffen er in de praktijk worden opgelegd aan veroorzakers van ernstige verkeersongevallen met ernstig letsel of de dood tot gevolg.
In dit artikel wordt nader ingegaan op de bepaling van de straf bij artikel 6 Wegenverkeerswet.
Artikel 6 Wegenverkeerswet is een misdrijf.
De maximumstraf voor dit feit is opgenomen in de artikelen 175 en 179 van de Wegenverkeerswet.
De straf die maximaal kan worden opgelegd, is afhankelijk van de ernst van het gevolg, de ernst van het rijgedrag en de vraag of er recidive is.
Wanneer het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht, is de maximale straf een gevangenisstraf van één jaar en zes maanden of een geldboete van de vierde categorie (€ 20.500,-).
Indien de schuld bestaat in roekeloosheid bedraagt de maximale gevangenisstraf 3 jaar.
Wanneer het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood, bedraagt de maximale gevangenisstraf 3 jaar of een geldboete van de vierde categorie.
Indien de schuld bestaat in roekeloosheid bedraagt de maximale straf een gevangenisstraf van 6 jaar of een geldboete van de vijfde categorie (€ 82.000,-)
Er is ook nog een aantal strafverhogende omstandigheden.
Als de schuldige onder invloed van alcohol heeft gereden, of indien het feit is veroorzaakt of mede is veroorzaakt
doordat de schuldige de maximumsnelheid fors heeft overschreden, zeer dicht achter een ander voertuig is gaan rijden, geen voorrang heeft verleend of gevaarlijk heeft ingehaald, kunnen de hiervoor genoemde gevangenisstraffen met de helft worden verhoogd.
Teneinde de eenheid in de strafoplegging bij artikel 6 Wegenverkeerswet te bevorderen, hebben
Rechtbanken en Gerechtshoven richtlijnen opgesteld. Dit zijn de Oriëntatiepunten voor straftoemeting.